Bureaucratie (Paraguay en Brazilië)
Na het zien van de Iguazu watervallen kwamen wij voor de keuze te staan. Of rustig zuidelijk afzakken richting Buenos Aires of via een lange omweg toch nog een stukje Brazilië en Paraguay meenemen, wat vele kilometers rijden zou betekenen in weinig tijd. We hebben gekozen voor de laatste optie en lazen in de Lonely Planet (reisboek) dat er in het Pantanal gebied (een groot dierrijk natuurgebied in Brazilië) een klein dorpje lag luisterend naar de naam: Bonito. In Bonito kan men in helder water zwemmen en snorkelen tussen de vissen. Dat leek ons wel wat, vooral omdat de naam Bonito in het Spaans ´mooi´ betekent. Om in Bonito te komen moesten we nog z´n 850 km afleggen. Het landschap van zuid Brazilië was niet bepaald adembenemend. Er waren veel weilanden met magere koeien en heel veel akkerbouw om de Brazilianen te voorzien van eten. Eenmaal dichter in de buurt van het Pantanal verwachtten we meer jungle te zien, maar helaas was de ontbossing hier al te goed te zien. Al het natuur heeft plaats moeten maken voor dorpjes en akkers.
Na een stuk rijden werd het alweer donker en waren we nog niet in Bonito aangekomen. Tijd om een slaapplaats te vinden. ´Gelukkig´ voor ons houden de Brazilianen net zo van kamperen als de Argentijnen, dus het vinden van een camping zou makkelijk moeten zijn. Hiervoor moesten we een aantal keer vragen naar de weg wat voor ons in Brazilië lastiger bleek te zijn dan we dachten. In Brazilië spreekt men Portugees en geen Spaans. Het leuke was dat wij aan de Brazilianen moesten vragen of ze Spaans konden spreken, terwijl wij zelf nauwelijks Spaans spreken. Na veel armgebaren en plaatjes uit ons point-it boekje wisten we een camping te vinden. Maar deze hebben we links laten liggen, aangezien hier ruimte was voor zo'n 300 kampeerplaatsen en deze bijna geheel gevuld waren met Brazilianen die net als de Argentijnen het liefst kamperen met zoveel mogelijk muziek. Het leek wel of elke auto hier omgebouwd was in een kleine discotheek. Bij een tweede camping was het wat rustiger. Toen we de camping oprijden kregen we direct een handje vol condooms in onze handen geduwd met een SOA informatieboekje. SOA´s zijn een groot probleem in Brazilië, maar het is wel het land die de beste controle heeft. Na deze verbazing rolden we in de volgende. De politie was ook aanwezig op de camping en we werden direct aangehouden. Eerst wisten we niet waarom, maar het schijnt dat als je in Brazilië naar links wil afslaan je soms eerst een kleine rotonde moet nemen om zo de weg beter te kunnen oversteken. Doordat er verder niemand op de weg was hadden wij dit overgeslagen en waren we direct afgeslagen. Gelukkig kwamen wij er met een waarschuwing van af, wat niet gold voor de vele mensen na ons die hetzelfde overkwamen.
Na de nacht overleeft te hebben kwamen we in Bonito aan, wat trouwens zijn naam niet al te veel eer aan doet. Daar zaten we in een hostel die ook excursie regelde voor het zwemmen met de vissen. Helaas voor ons bleek het nu regenseizoen te zijn en was het water te troebel geworden om de excursies door te laten gaan. Er was dus niets te doen in Bonito en we konden alleen maar genieten van het heerlijke Braziliaans ontbijt.
Na Brazilië hadden we besloten om Paraguay te verkennen. Eerst moesten we de grens over tussen Brazilië en Paraguay in de stad Ponta Pora. De grens overgaan was geen probleem, maar je stempels in het paspoort krijgen wel. Er is namelijk geen controle in dit stadje bij de grens tussen Brazilië en Paraguay, want de grens is hier een straat die tussen beide landen ligt. Iedereen wandelt of rijd van de ene kant van de straat naar de andere kant en steekt zo continue de grens over. Fijn voor de inwoners om te smokkelen, maar om als buitenlander je stempel te krijgen erg lastig. Wij moesten letterlijk zoeken waar de douane zat in de stad. Na een lange tijd onbewust hoppen van land naar land vonden we de douane en konden we onze auto uitschrijven uit Brazilië. Maar voor de stempels voor ons paspoort moesten we bij de internationale politie zijn en die zat niet in hetzelfde gebouw. De internationale politie bleek 11 blokken terug te zijn en was waarschijnlijke gesloten, dus werd ons aangeraden om op de bel te duwen. Na een heel stuk terug gereden te hebben reageerde niemand op ons belletje en hoopten we dat we bij de Paraguayaanse douane onze uit-stempel voor Brazilië konden krijgen. Maar de vrouw achter de toonbank had hier duidelijk geen zin in en was erg op de regeltjes, terwijl een land als Paraguay bekent staat als corrupt! Dan nog maar een keer proberen bij de internationale politie en dit keer hadden we meer geluk. We kregen onze stempels en konden terug naar de gezellige dame achter de toonbank voor onze in-stempels. Nu nog vragen of onze auto ook geregistreerd moest worden in Paraguay. Na veel vraagtekens van de Paraguayaanse douane had toch iemand autopapieren gevonden die ingevuld moesten worden. Het was al gauw duidelijk dat dit papiertje niet vaak ingevuld werd, want het duurde een eeuwigheid voordat de douanebeambte klaar was en wij eindelijk de niet al te veilige stad konden verlaten. Maar voordat we weg konden komen moesten we de carnavalpret nog doorstaan, wat inhield dat er spontaan op straat een waterballonen gevecht uitbrak. En onze auto stond natuurlijk als een van de weinige auto´s midden in dit watergeweld geparkeerd. Na een paar keer de ballonnetje te hebben ontweken en veilig in onze auto gesprongen te zijn was het tijd om naar het Nationaal Park Cerro Cora te gaan om hier hopelijk de nacht door te brengen op de camping van het park.
Binnen 30 minuten waren we in ons eerste Paraguayaanse Nationaal Park. De ranchers waren erg aardig en we mochten hier gratis staan voor twee nachten. Tot onze verbazing konden we hier onze eerste echt wilde katachtige zien, een jaguar van 2 maanden oud. Het beestje was gevonden door mensen uit het dorpje en moest nu opgevoed worden door de ranchers. Heel vertederend. De volgende dag waren we klaar om de enigste hike van het park te doen. We kregen een nogal onduidelijke plattegrond mee en na veel zoeken hadden we het begin van de route gevonden. De route begon redelijk, maar na een paar meter kregen we het gevoel dat het een tijd geleden moest zijn geweest dat ooit iemand deze route gelopen had. Het pad begon geleidelijk te verdwijnen en te veranderen in een dicht begroeide jungle. Met een stok probeerden we onze eigen weg te creëren tot we uiteindelijk de moed opgaven. Verdwalen in de Paraguayaanse jungle leek ons niet zo´n goed idee en het was ook nog eens drukkend warm.
We zijn verder gereden en het verschil tussen arm en rijk in dit land viel ons enorm op. Naast de dure BMW´s lopen koeien karren te trekken. Villa´s staan naast huizen gemaakt van golfplaten. Mensen maaien hun gras met een grasmachine terwijl een ander het met een zeis moet doen.
Ook waren er heel veel brommers en scooters op de weg die om ons heen suisden en langs de weg werd groente, fruit en vlees verkocht.
We kwamen aan in het volgende Nationaal park Ybycui. Er was ook een camping en we hadden de hele camping voor ons zelf. Bij de camping was een kleine waterval met zwemwater, alleen was het water zeer vervuild met zand door het regenseizoen. We waren goed uitgerust en konden door naar onze laatste plaats in Paraguay, Encarnacion. Encarnacion is een van de 3 grootste steden van Paraguay en we hadden hier een goedkoop hotel gevonden waar we onze auto veiliger konden parkeren. Toen we ´s avonds uit eten wilden hadden we snel door dat Paraguay nog niet erg toeristisch is. Nergens was een restaurant te vinden en uiteindelijk moesten we terug naar ons hotel om daar een hapje te eten. De prijs voor uit eten gaan was heel goedkoop, ongeveer 6 euro in totaal. We zijn blij dat we toch naar Brazilië en Paraguay zijn geweest, omdat de cultuur anders was dan in Chili en Argentinië.
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}