Met de scooter
Na Luang Prabang, Vieng Vang en Vientaine zijn we pas op de helft van onze snelle stedentrip door Laos vanaf hier zullen we snel zuidelijk afdalen richting Cambodja.
Voor het eerst in Laos hebben we een VIP bus genomen om ons naar Tha Kheak te brengen. Hierin hadden we iets meer beenruimte dan in de lokale bus, maar nog steeds niet veel en er was zeker weten een wc in de bus aanwezig, wat erg handig is in Laos. Want met elke lokale bus waarmee we tot nu toe gingen werd er niet standaard gestopt voor een plaspauze, terwijl je soms uren in de bus zit. En aangezien de bestuurder van de bus altijd een man is en soms wel naar de wc moet, stopt hij gewoon langs de weg om wild te plassen en mag je van geluk spreken dat je als vrouw nog een beschuttend struikje kan vinden. Erg irritant en ongezond.
Na een ritje van enkele uren kwamen we aan in de populairste guesthouse van Tha Kheak. Waarschijnlijk alleen hier wemelde het van de toeristen die allemaal met hetzelfde doel naar dit dorpje waren gekomen. Om een rondrit te maken met een scooter voor meerdere dagen. Wij hadden maar 1 dag en hebben een klein stukje van de route gereden. Met een motorscooter van onbekende Vietnamese makelaardij zijn we de mooie omgeving ingereden. De omgeving bestaat hier ook uit mooie steile kalkzandsteen gebergten, vol met grotten, riviertjes en rijstpaddy´s. Onze eerste bezienswaardigheid op onze route was de Tham Pa Fa (boeddha tempelgrot). Deze grot is de meest bezochte grot door toeristen in de omgeving en was te bereiken na een 8 kilometer lange zanderige weg. Net zoals de Aziaten gebruikten we hiervoor niet een crossmotor maar onze gewone 100cc schakel motorscooter. Al hoppend en zwoegend kwamen we in de buurt van de grot en moesten we daarna nog een stukje lopen (gelukkig wezen de locals ons de weg, want van bordjes hebben ze hier niet gehoord). De weg naar de grot was door het regenseizoen een beetje ondergelopen, maar men had met enkele provisorisch gemaakte bruggentjes en loopplanken een weg gecreëerd zodat we bij de voet van de grot konden komen. De kleine ondiepe grot stond vol met stalagmieten, enkele boeddhabeelden en overaltaren. Omdat het een grot was hadden we een zaklantaarn meegenomen, maar dit bleek totaal overbodig te zijn. Deze grot was HET voorbeeld dat ze in Laos tegenwoordig overal stroom hebben. Er hingen lampen en er stond een ventilator te blazen. Alleen de tv misten we nog, maar die zal binnen nu en een jaar wellicht ook wel komen. Na 5 minuten waren we al uitgekeken, want zoals zo vaak was ook hier de weg naar de bezienswaardigheid vele malen mooier dan de bezienswaardigheid zelf.
Nu terug hoppen naar de hoofdroute om enkele tientallen kilometers af te leggen naar de volgende grot. Lang de weg stond een bordje met de naam van de grot en we sloegen af richting een basisschool. Nadat enkele kinderen ons de richting van de grot wezen (en daarna hun bedelde handje ophielden) moesten we over een klein paadje door de bossen lopen en kwamen we uit bij de Tham Xieng Liap grot. Een grot van zo´n 200 meter diep waarin een rivier stroomt. In het droogseizoen valt deze gedeeltelijk droog en is de grot te doorwaden. In de grot zouden schildpadden zwemmen en een pasontdekte rat rondlopen. Maar in de regenseizoen staat het water zo hoog dat er slechts enkele centimeter ruimte is tussen plafond en water, en zo troffen wij deze grot dan ook aan. Vol met water en niet te bereiken, laat staan een schildpad of een dikke rat zien. Grot mislukt.
Ons volgende plan was een drankje drinken aan de oever van een mooi meer. Ook hier moest weer een blubber pad afgelegd worden waarbij sommige plassen kniediep waren. Na 2 keer door een modderpoel te zijn geploeterd met de scooter werd de laatste plas een redelijk uitdaging. Deze plas leek erg diep en na goed gekeken te hebben kwamen wij tot de conclusie dat het misschien niet slim was om deze poel water met ons gehuurde scootertje over te steken. Terwijl wij betoeterd keken naar ons volgende mislukte plan kwam er een Laoaan met vishengel aangetufd op zijn scooter. Hij keek even naar de diepe plas, neemt een aanloop en komt tot halverwege de poel met zijn scooter. Vervolgend stapt hij af in de modderig plas en duwt z´n scootertje naar de andere kant. Daarna stapt hij weer op en na een paar keer start de scooter en tuft hij weg. Zo had het ook gekund, wij hadden het ook kunnen halen, maar om het niet te doen leek ons slimmer.
Op naar de laatste grot op onze planning, de Tham Xang grot (Elephant Cave). Deze grot dankt zijn naam aan een op een olifantenhoofd lijkende stalagmiet. Maar zoals zo vaak leidden de borden niet direct tot de ingang van de grot. We eindigde ergens in een dorpje aan de rand van een vies stroompje die je in het droogseizoen kan oversteken, maar moeilijker is in het regenseizoen. Wij hadden niet zo zin in een stinkend stroompje dus bleven we ook hier steken. Al met al hebben we maar weinig doelen bereikt, maar de omgeving waarin ze lagen maakten de rit zeer de moeite waard. Een 4 daagse rondrit was hier waarschijnlijk zeer mooi geweest al kan je het beter in het droogseizoen doen.
Onze volgende stop zou Savannakhet zijn, de vroegere handelsstad van Frankrijk in Laos. Hier zouden nog enkele mooie Franse panden staan en er was alweer een scooterrondrit aanwezig, de ronde van Champhone. Een mooie rit die ons door bossen, langs een schildpaddenmeer en bij enkele dorpjes en tempels zou brengen.
In de bus naar Savannakhet werden weer de plastic krukjes te voorschijn gehaald om iedereen een zitplaats te kunnen bieden. Op zich een mooi idee, maar bij elke stopplaats is het weer een geklim over die dingen. Opzoek naar een slaapplaats bleken de keuzes tegen te vallen. We konden kiezen uit een guesthouse met een koude douche of een hotel zonder enkele charme, de andere guesthouses in LP bestonden niet meer of waren gesloten. Het stadje had zeker geen sfeer en leek soms zo goed als uitgestorven. Veel is hier niet te doen en de oude Franse gebouwen waren zo bouwvallig dat ze niet eens een foto waard waren.
Na voor het hotel gekozen te hebben en een kamer te hebben met een echt houten matras (en dan niet overdreven bedoeld, het matras was een echte houten plank met klopgehalte) gingen we naar de toeristeninformatie. Daar kwamen we erachter de `Ronde van Champhone` wel erg veel km had. Na het uitrekenen kwamen we op 150 km in totaal en daar hadden wij voor een middagje niet zo zin in, het zou meer racen worden dan om ons heen kijken. Na het vinden van wat extra foldermateriaal bij de toeristeninformatie vonden wij een tweede ronde genaamd Savannakhet outskirts. Een ronde van misschien maar 30 kilometer die ons ook langs meren, bossen, dorpen en tempels zou leiden.
In alle rust hebben we dan ook een scooter gezocht en zijn we begonnen aan onze rit. Direct werden we aangehouden door meneer de agent. We bleken de verkeerde kant op te rijden op een eenrichtingsweg. Nergens een bordje gezien. Na veel gezeur en onnozel gedaan te hebben, konden we wegrijden zonder een boete. Al snel waren we buiten de stad, de weg gewezen door een aardige Laoaan, en reden we tussen de rijstvelden en bossen. Eenmaal aangekomen bij het eerste meer vonden wij een leuk ´restaurantje´ met allemaal zitplaatsen in open hutjes (wel dak geen muren) die zo´n 20 centimeter boven het wateroppervlak stonden. Hier hebben wij al zittende op het vloerkleed rustig onze drankjes opgedronken en ondertussen enkele leuke foto´s kunnen schieten van een paar libellen en waterspinnen. Laos doet wat met je, je wordt spontaan relaxed. Toch maar weer op¨de scooter geklommen om de volgende tempel te zien, de That Ing Hang. Deze dankt zijn naam aan de legende dat Boeddha hemzelf hier een tussenstop maakte toen hij een beetje ziek was en rustte onder de hanging tree, of het waar is blijft altijd de vraag. Maar hierdoor is het wel een bedevaartsoord voor boeddhisten geworden. Daarna door naar een schildpadden meer, enkel is er in dit meer geen enkele schildpad meer te vinden. Hierna hadden we honger en vonden een leuk restaurantje in één van de dorpjes. Groot probleem, geen Engels menu en ze spraken geen Engels, en wij geen Laoaans. Na veel handen en voeten werk hebben we een gerecht aangewezen op de kaart en ging de kokkin de keuken in. Ze pakte wat noodles en groente dus dat klonk al goed. Waarna ze met twee heerlijke borden noodles met garnalen met wat wortel, ui en saus tevoorschijn kwam. Of het nou het gerecht was wat we hebben aangewezen weten we niet, maar dat het goed smaakte weten we inmiddels wel.
Als afsluiting had deze rondrit nog een korte wandeling door het bos van Dong Natad die zou eindigden bij een in het bos gelegen meer. In het bos schijnen nog twee volkeren te wonen die zich voeden met de ´vruchten´ van het bos, zoals paddenstoelen, fruit, bessen en honing. Na enkele stappen met onze sandalen in het bos te hebben gezet en enkele wegversperrende blubberplassen te zijn doorgesopt leek het Irma niet zo´n goed plan om verder te gaan. En na het horen van een vreemd ritselend geluid van een of ander beest dicht bij ons was het voor Irma genoeg. Ze was al een beetje bang voor de gevaarlijke dieren in het bos zoals grote spinnen, giftige slangen en misschien wel katachtigen (tijgers, het geluid?). En als dat nog niet genoeg was bloedzuigers, muggen en teken. En de muggen hier trokken zich niets aan van onze muggenlotion en gingen na enkele seconden alsnog op je been zitten. In de jungle lopen zonder gids, zonder wandelschoenen en goede insectenwerende lotion daar zag Irma de lol niet meer van in, en wellicht terecht, dus hebben we onze weg terug naar Savannakhet ingezet.
De volgende stad die we zouden aandoen is tevens onze laatste in Laos, de stad Pakse aan de oevers van de Mekong. Ook in Pakse stond ons een leuke scooterrit te wachten met als hoogtepunt een oude Khmer tempel. De eerste dag in dit stadje bestond voor ons voornamelijk uit een kleine stadswandeling , met natuurlijk een bezoek aan de plaatselijke markt en het zoeken naar een nieuw hotel (deze rook naar schimmel en bed was zeer hard), het opzoeken van een nette scooterhandel en uitzoeken waar onze reis ons nog dient te brengen. Met het vooruitzichten van de ergste overstromingen sinds 50 jaar in Bangkok is er een kleine knik in onze reisplanning gekomen. Ons idee was om na Laos en Cambodja weer terug naar Bangkok te gaan en dan terug naar Nederland te vliegen. Maar nu wordt dit waarschijnlijk vanaf Ho Chi Ming City in Vietnam.
De tweede dag was voor de scooterrit. Na eerst de gehele verkeerde kant te zijn opgereden in de stad vonden we de weg naar de brug over de Mekong, die hier toch een gigantische breedte begint te krijgen. Na bij een onduidelijk bordje rechtsaf te zijn geslagen kwamen wij op de nieuwe weg richting de oude Koninklijke hoofdstad Champasak, die we na een uurtje bereikte. Dit oude dorpje bestaat uit twee wegen, parallel aan de oever van de Mekong. Aan de vele grote bouwwerken (tempels en huizen) valt nog iets van de grotere geschiedenis af te lezen. Na dit dorpje hield de mooi nieuwe weg op en was het op de weg weer spoorzoeken tussen de vele kuilen en gaten door. Tegen het middaguur bereikten we de Khmer tempel wat Phu Chamapasak. Bij de entree aan de voet van een heuvel kregen we al door dat het een warme middag zou worden. De tempel is gebouwd tegen de heuvel op en goed te zien, wat dus betekent weinig bomen om onder te schuilen. Met de branden zon op onze lichamen begonnen we aan de wandeling in het complex, die begon met enkele irrigatiemeren om uit te komen bij twee ruines van oude paleis gebouwen. Vanwaar scheve steile trappen omhoog leiden naar de werkelijke tempel. Het beklimmen van de trappen in deze gigantisch hitte viel niet mee, want de traptreden waren aardig verzakt in de loop der jaren. Ook waren de treden behoorlijk hoog (wat we al veel vaker in Azie zijn tegengekomen), de Aziaten houden schijnbaar met hun korte pootjes van zware beklimmingen. Na elke tien treden moesten we wel even bijkomen van de hitte en het zweet gutste werkelijk uit alle onze poriën. Eenmaal aangekomen bij de tempel konden we genieten van een lekker koud drankje (die iemand inclusief koelbox en blok ijs omhoog heeft getild) en uitpuffen. Boven op de bult stond een tempel met rara, een Boeddha. Verder was er niet veel te zien behalve een topuitzicht over de Mekongdelta. Wel zouden er nog twee rotsen in de vorm van een krokodil en een olifant staan, maar daar moest je wel erg veel Laobier voor op hebben om deze figuren in een rots te kunnen zien. Na nieuwe energie opgebouwd te hebben begonnen we aan onze aftocht en eindigden we bij een museum die redelijk uitgestorven was. Veel anders dan enkele standbeelden waren hier niet te vinden en we zijn daarna rustig terug gereden.
Reacties
Reacties
Hallo Rudie en Irma,
Heb weer eens een stukje bijgelezen.Wat een ongelofelijke verhalen en wat hebben jullie veel gezien.
Veel moois, maar je hebt af en toe ook wel wat incasseringsvermogen nodig.
Succes en veel plezier met het laatste deel !
groetjes ook van T.
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}