Rudie's en Irma's op reis

Corruptie

Over de grensovergang tussen Laos en Cambodja hadden we het een en ander gelezen. Het schijnt dat de corruptie van het land al bij de douanebeambte begint. En dat dit waar bleek te zijn hebben we zelf mogen ervaren. Bij de uitstempel voor Laos begon het gezeur al. Ze stempelen je paspoort en voordat je hem terugkrijgt willen ze 2 US Dollars hebben. Om daar een stokje voor te steken en niet te betalen al menig domme toerist, begon Irma het offensief. Na het stempelen pakte ze zo snel mogelijk de paspoorten terug, maar de douanebeambte wilde deze niet loslaten. Het werd een getrek en geduw, met termen van: De 2 dollar is omdat het weekend is en nog meer onzinverhalen. Na heel boos gekeken te hebben, gaven deze ambtenaren het op en was het 1-0 voor ons. Op naar het douanekantoor van Cambodja. Voordat we bij de daadwerkelijk douane kwamen, moesten we een formulier onderteken dat we niet ziek waren. Daarna werd je temperatuur gemeten door een soort van leasergun (terwijl we daarvoor een aardig stukje hebben moeten lopen in de hitte, erg betrouwbaar!) en wilde men hiervoor ook 1 Dollar hebben. Voordat we gingen betalen, wilden we eerst het formuliertje doornemen of we ook daadwerkelijk moesten betalen. De Cambodjanen raakten hierdoor in paniek en probeerden ons de paspoorten en het formulier af te nemen, wat ze uiteraard niet lukte. De gezondheidstest (thermometer) was voor het bepalen van H1N1, een griepvirus. Nou moet je niet bij Irma aankomen met laboratoriumanalyses. Natuurlijk kan dit griepvirus niet bepaald worden met simpel een temperatuurmeting, terwijl je zelf al oververhit bent van het lopen. We hebben de mensen uitgelachen en zijn zonder te betalen doorgelopen naar de douane. 2-0. Hier had men niet aangegeven in dollar hoeveel het visum voor Cambodja kostte, maar we wisten dat het officieel maar 20 dollar was. Zij wilden 23 dollar hebben. We hebben geprobeerd ons recht te halen, maar de douanebeambten weigerden ons paspoort te stempelen en werden zelfs boos op ons, terwijl zij de wet breken. Hiervoor moesten we uiteindelijk zwichten, anders zouden we nooit wegkomen uit dit verlaten gat. 2-1.

Daarna was er nog een hokje waar we weer een formulier moesten onderteken en weer 2 dollar moesten betalen. Omdat de overige douanebeambten al erg alert met ons waren en zij ons het leven behoorlijk zuur konden maken (door o.a. ons bagage overhoop te halen), hebben we dit geld ook maar betaald. 2-2. Het eindigde in gelijkstand en we hebben maar 6 dollar winst behaald, maar wij zijn tenminste wel tegen deze praktijken opgekomen en dat konden we niet van de overige toeristen zeggen.

Nu konden we in de gereedstaande bus stappen die ons richting het dorpje Stung Treng zou brengen. De planning was om daar 1 nacht te slapen en de volgende dag door te reizen naar Ban Lung. Toen we in Stung Treng aankwamen vertelde het aardige hulpje van de busmaatschappij dat we direct bij hun een goedkoop kaartje konden kopen om door te gaan richting Ban Lung. De bus zou doorrijden richting Phnom Penh, maar wij zouden bij een andere bushalte moeten uitstappen en hier wachten op de bus richting Ban Lung, die maar 45 minuten later kwam. Dat klonk erg goed en het idee dat we dezelfde dag zouden aankomen in Ban Lung was erg aanlokkelijk. Wij accepteerden het aanbod en kochten een nieuwe ticket. Maar toen we de naam van het bedrijf op de ticket zagen staan, Paramount Angkor Express, ging er een belletje rinkelen. Een paar dagen eerder had Irma op een website gelezen dat je vanuit Pakse, Laos geen ticket moest kopen bij Paramount richting Ban Lung. Dit zou een scam (oplichting) zijn. Je gekochte ticket zou niet geldig zijn in andere bussen en je moet dan opnieuw een ticket kopen. We kregen een onaangenaam gevoel diep van binnen en nadat we bij de bushalte uit de bus waren gestapt om over te stappen, begon dit gevoel sterker te worden. Iets wat we helaas tijdens onze reis geleerd hebben is dat wanneer iemand aardig tegen je doet, dan klopt er iets niet. Meestal wil deze persoon aan je verdienen en bedoelt hij het niet aardig. Zo ook in dit geval.

Daar stonden we dan (gelukkig niet helemaal alleen, er waren meerdere reizigers ingetrapt) ergens in een verlaten dorpje waar je nog niet dood gevonden wilde worden. En niemand om ons heen kon een woord Engels! Na een uur wachten begonnen we sterk te twijfelen of de bus daadwerkelijk zou komen, maar we konden alleen maar afwachten. Na 2 uur wachten heeft Rudie geprobeerd rond te vragen hoe laat de bus naar Ban Lung daadwerkelijk kwam. Gewapend met ons woordenboekje die gevuld was met enkele woordjes in het Kmer kwam hij met een tijdstip aanzetten. Om 18.00 uur zou waarschijnlijk de bus van Paramount komen om ons naar Ban Lung te brengen, terwijl wij al vanaf 13.00 uur zaten te wachten op een bus. Maar of dit zeker was bleef in het midden. Na 3 uur wachten werden we erg onzeker en zouden op dat moment elke bus in welke richting dan ook hebben genomen, alleen om weg te komen uit het gat. Om 16.00 uur kwam eindelijk de eerste bus richting Ban Lung aanrijden, alleen van een andere maatschappij. Daarvoor hebben we alleen maar minibusjes langs zien komen, die nog erger gevuld waren met mensen dan we in Laos hadden gezien. Daar namen ze 15 mensen mee in een busje voor 12 personen. In Cambodja nemen ze wel 20 mensen mee in een busje van 12! Het lijkt net een goocheltruc. De chauffeur opent de deur van het minibusje en ta-da, er lijkt geen einde te komen aan de stroom mensen die uit het busje vloeit.

We hebben al rennend de bus aangehouden en kwamen terecht op de achterbank van de bus. We moesten dus wel een nieuwe ticket kopen, maar we hadden tenminste een zitplaats. Deze zitplaats bleek gedurende de rit te veranderen in een achtbaanstoeltje. Het asfalt hield op en de weg bestond alleen nog maar uit zand, stenen, kuilen en nog meer zand. De chauffeur hield zijn tempo er goed in en omdat je op de achterbank alle klappen extra hard voelt hopten we na elke hobbel de lucht in. We gingen van links naar rechts, van rechts naar links en moesten ons soms goed vasthouden om niet van onze stoel af te vallen (Rudie moest wel 1x zijn stoel verlaten). Na 4 uur rijden was de achtbaan gestopt en daar waren we, eindelijk in Ban Lung.

Toen we vermoeid uit de bus stapten werden we direct ´aangevallen´ door touts (irritante mannetjes die werken voor hotels), die ons naar hun hotel wilden loodsen. Het leek net alsof we terug in Inda waren! De mensen, de smerigheid, het gedrag. We hebben rustig onze bagage gepakt en het hotel gekozen waar we toch al heen wilden. Achter op de scooter zijn we richting het hotel gereden en konden daar voor maar 7 USD slapen (incl. heet water, tv met filmnet). Gedurende de avond bleek de hotelkamer niet geheel insectenproof te zijn en hebben we verscheidende kakkerlakken zien rondrennen in onze kamer. Dit zorgde er wel voor dat Irma de hele nacht geen oog dicht heeft gedaan en dat werd nog erger toen er ´s nachts een kever/kakkerlak over Rudie´s hoofd bleek te wandelen. Stel je voor dat ze ´s nachts een feestje gaan houden op je buik, daar moest je niet aandenken.

De volgende ochtend zijn we na het eten van een baguette (die hebben ze gelukkig ook hier) opzoek gegaan naar de ATM machine. Er was maar 1 ATM in het dorpje en deze bleek alleen VISA card te accepteren en wij hadden natuurlijk alleen maar Mastercard. Welke bank heeft geen Mastercard tegenwoordig, maar dat ter zijde.

Ten eerste konden we voor geen meter de ATM vinden in het chaotische winkelbeeld van Cambodja en nu bleek ook nog dat we geen geld konden opnemen. Omdat we niet zoveel dollars bij ons hadden, konden we maar 1 dag iets in dit dorp doen en moesten zuinig met ons geld omgaan. Dag trekkingstrips. Er bleef niets anders over dan naar het Boeng Yeak Laom te gaan. Dit is een meer die ontstaan is in een vulkaankrater. In dit meer kun je zwemmen en het schijnt een erg populaire plek te zijn bij de inwoners. Eenmaal aangekomen bij het meer was het drukker met mensen dan wij dachten, terwijl het midden in de week was. Schijnbaar hoeft niemand in dit land te werken. Rondom het meer was een wandelpad en meerdere plaatsen om te zwemmen. Wij zijn naar een rustig plekje gelopen en Rudie heeft heerlijk in het water gezwommen. Daarna leek het ons leuk om een rondje om het meer te lopen, maar hoe verder we over het pad kwamen, hoe minder het pad werd. We konden de wandeling gelukkig wel afmaken en zijn daarna teruggegaan naar het dorpje. In het dorpje hebben nog lekker kunnen eten. Dit is het enigste land in Zuidoost Azië die geen pittige gerechten op het menu heeft staan. Na een nacht slapen was het weer tijd om verder te gaan naar een plaats waar we wel geld konden opnemen, Kratie.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!