Nog even genieten in Vietnam
´s Ochtendsvroeg kwam onze rit naar het laatste nieuwe land die we zouden aandoen tijdens onze wereldreis. Een bus bracht ons naar het busstation in Sihanoukville en daar moesten we overstappen in een minibusje die ons van Cambodja naar Vietnam zou brengen. Alles ging erg goed en we konden Cambodja verlaten zonder ook maar een enkele cent aan de douane te hoeven doneren. Dat heeft ons versteld doen staan, maar dit gevoel werd hard aan de Vietnamese grens de grond in getrapt. Daar was weer zo´n mannetje die een dollar wilde voor de medisch verklaring. Nu was er gelukkig nog iemand niet mee eens, maar de man schoot direct uit zijn slof en begon als een bezetene tegen ons aan te schreeuwen. Wij hadden al direct door dat deze man erg graag zijn zielige dollartje smeergeld wilde hebben en dat we anders ons paspoort niet gestempeld kregen. Ruimte voor discussie was er niet en ons bleef niets anders over dan de man te betalen. Nadat onze paspoorten gestempeld waren, waren we officieel in Vietnam, een land waar we veel negatieve verhalen over gehoord hadden. De mensen schijnen hier niet zo aardig te zijn en ook alleen maar op je geld uit te zijn. Dat kon dus nog leuk gaan worden.
Het minibusje zette ons af bij de haven waar een bootje op ons lag te wachten om ons naar Phu Quoc Island te brengen. Zoals we gewend waren van de Aziaat, bleken de stoelen in de boot erg klein te zijn en we konden niet eens fatsoenlijk zitten. Daarnaast bleek de boot geen dek te hebben en zaten we letterlijk opgesloten als sardientjes in een blik. De ramen die aanwezig waren, waren veel te hoog gemaakt en we konden niet eens naar buiten kijken. Beangstigde momenten, maar na 1,5 uur kwamen we aan op de haven in Phu Quoc Island. Daar stond iemand om ons af te halen en ons naar een slaapplaats te brengen. Die hadden we niet geboekt en we hebben ons naar een goedkopere slaapplaats laten rijden. Hier hadden we een leuk bungalowtje met airco, tv, minibar en keukentje voor maar 15 dollar en we zaten op een redelijk toeristisch strip van het eiland. Wat betekend dat je zeeën van restaurants, traveloffices en winkeltjes om je heen hebt. Handig.
Phu Quoc Island is nog echt een eiland die typisch neutraal Vietnamees is. Daarmee bedoelen we dat het toerisme is hier nog niet helemaal doorgedrongen is en dus staat het eiland ook nog niet vol met resorts. De stranden zijn erg verlaten, maar helaas ook een beetje vervuild. Het eiland heeft een natuurpark waar je doorheen kan scooteren, een heel mooi strand genaamd Sao Beach, je kan er snorkelen en duiken en natuurlijk volop zonnen. Daarnaast kan je elke dag goedkoop heerlijke gegrilde vis en andere zeevruchten van de barbecue eten en het alcohol is ook niet prijzig. Een ideaal vakantie-eiland dus.
De eerste dag zijn we met een scooter naar het zuiden van het eiland gereden, want daar bevond zich het mooiste strand van het eiland, Sao Beach. Dit bleek zeker geen leugen te zijn. Na een lange rit van een uur kwamen we aan op een prachtig mooi lang strand met hagelwit zand en turquois helder water. De palmbomen waren ook aanwezig en het strand was redelijk dun bezaaid met mensen. Heerlijk. Het water bleek ook heerlijk warm te zijn en dit strand behoord zeker tot een van de mooiste ter wereld. Helaas wilde het weer niet echt meewerken en bleek het erg bewolkt te zijn. De eerste nachten hebben we dan ook zware regenbuien gehad en dit was voor het duiken zeker niet gunstig. Na een dag rust zijn we met een scooter richting het nationaal park in het noorden gereden. De weg erheen bleek deels al geasfalteerd en deels in aanbouw te zijn en dit toont dat Vietnam schijnbaar grootse plannen heeft met het eiland. We waren opzoek naar het ideale stukje onbewoond strand, maar dit bleek lastiger te vinden dan we dachten. Overal blokte de jungle onze route naar het water en na een tijd rondrijden kwamen we uit bij een stukje strand die redelijk verlaten was. Het was niet het ideale strand, maar voor menig een was dit het wellicht wel. Toen we stonden te genieten van de rust, leegte, helder water, geel/witte strand en de natuur bleken er twee mannen uit de jungle te komen en één van de mannen begon in een palmboom te klimmen. Deze mannen waren kokosnoten aan het verzamelen. Erg leuk om iemand in een palmboom te zien klimmen zonder materiaal. Met zijn handen en voeten lukte het hem om boven (zo´n 8 meter) in de boom te komen, waar de noten hingen. Met een bijl hakte hij de noten los en gooide ze vervolgens naar beneden. Daar verzamelde de andere man de noten en tot onze genoegen, hakte hij twee noten open en gaf ze aan ons, zomaar. Daar stonden we op een prachtige locatie van een echte verse kokosnoot te drinken. Kon het nog meer paradijs zijn!
Langs het strand in een klein dorpje vonden wij een eenvoudig restaurant met maar 3 tafeltjes onder een afdak van palmbladeren voorzien van hangmatten. Hier hebben we een eenvoudige lunch, rijst met garnalen gegeten. Toen we heerlijk zaten te smikkelen kwam er een Aussie naar ons toe en vertelde ons dat 3 jaar geleden de weg terug niet zo goed was en vol stond met houten bruggetjes. Of dat nu nog het geval was moest blijken. Wij hebben onze rit vervolgt en de weg bleek beduidend alleen met de scooter te doen. Na een tijdje rijden kwamen we bij een stukje weg waar waarschijnlijk vroeger een brede brug was aangelegd, maar deze was totaal weggespoeld en als vervanging was er een provisorische bruggetje aangelegd. De bruggetjes waren gebouwd van enkele kleine boomstammetjes in de lengterichting en daar overheen boomtakjes van zo´n 2 centimeter dikte en natuurlijk 1 meter breed en zonder leuning. Irma durfde niet achterop te blijven zitten en is dus maar gaan lopen over deze gammele constructies. Als je erover heen reed kon je letterlijk het hout horen kraken en de takjes zien verspringen. Gerustgevend. Maar we zijn na een lange rit gelukkig heel terug gekomen bij ons hotel.
De volgende ochtend zijn we weer eens vroeg opgestaan om een snorkeltrip te ondernemen. Met een busje werden we eerst gedropt bij een parelkwekerij waar je parelkettingen en andere sieraden kan kopen. In de natuur levert 1 op de 15.000 oesters een parel, dat is dus een speld in een hooiberg. Tegenwoordig kunnen ze een klein stukje parelgruis inbrengen bij een jonge oester zodat deze er verder op gaat ´broeden´ voor 3 jaar en zal elke oester een pareltje opleveren. Weer iets nieuws geleerd. Na dit verkoopfestijn hobbelde het busje door naar de haven, vanwaar onze boot zou vertrekken. Deze haven zag er erg rommelige uit en stond vol met blauwgroene vissersboten. Onze snorkelboot bleek een redelijk boot te zijn en we konden op het dek liggen zonnen. Wij dachten dat we een snorkeltrip hadden geboekt, maar dat bleek een snorkeltrip/vistrip te zijn. Een erg goede combinatie, de een ziet de visjes zwemmen, terwijl de ander ze voor je neus eruit hengelt.
We zouden tijdens de trip naar 3 verschillende snorkelplaatsen gaan en 1 keer vissen. De snorkelplaatsen lagen rondom kleine eilandjes, maar waren niet zo heel bijzonder als je Thailand of Maleisië gewend bent. De zichtbaarheid in het water viel tegen en de hoeveelheid vissen ook (teveel vistripje zeker). Daarnaast was het water redelijk vervuild en zagen we helaas veel afval op de bodem liggen. Veel nieuwe vissen hebben we niet gezien en het koraal was ook niet zo mooi als op andere werelddelen. Toch hebben we nu een recordaantal aan nudiebranches gezien, van blauw met witte strepen tot zwart met paarse stippen. Terug aan boord kregen we lunch, maar dat viel tegen. Ze hadden instantnoodles gemaakt met kleine stukjes vis. Daarnaast vertelde onze gids dat ze toevallig (expres) zeeslakken (zwarte slakken met zeer pijnlijke stekels) hadden gekregen van een visboer en dat wij het mochten proberen. Natuurlijk wel tegen betaling! Belachelijk, erg gastvrij hoor. Al met al viel de snorkeltrip behoorlijk tegen en was te toeristisch met alleen maar mensen die je geld wilden hebben. Gelukkig dat het maar 17 dollar kostte per persoon en wij onze dag wel gevuld hadden en na de hand bleek dat de Vietnamezen best oké zijn en dat alleen de mensen in de toeristenbranche geldzucht zijn. Maar dat is in elk land zo.
We zijn voor de laatste twee dagen op het eiland nog even verhuist naar een luxer resort en hadden een leuke basis kamertje geboekt. Maar toen we daar aankwamen bleken we een upgrade te krijgen en konden de 2 dagen doorbrengen in onze eigen bungalow. Erg leuk. We hebben nog genoten van de zon en hebben ons laten masseren voor maar 3,5 euro. Een koopje. Daarna was de tijd aangebroken om onze laatste vakantie-eiland achter ons te laten en terug te gaan naar het vaste land en naar de drukke grote stad, genaamd Ho Chi Minh City oftewel Saigon.
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}